‘Staatssecretaris Van Rijn (PvdA) onzichtbaar in wietdebat’

Scherpe kritiek van de Heerlense burgemeester Paul Depla op zijn partijgenoot Martijn van Rijn, staatssecretaris van Volksgezondheid. Van Rijn mengt zich niet of nauwelijks in het debat over het wel of niet toestaan van gecontroleerde cannabisteelt, constateert Depla. ‘Hij laat zich de kaas van het brood eten door VVD-minister Opstelten’.

Paul Depla (rechts) ondertekent het manifest Joint Regulation, Utrecht, 31 januari 2014 (© Gonzo media)
Paul Depla (rechts) ondertekent het manifest Joint Regulation, Utrecht, 31 januari 2014 (© Gonzo media)

Depla’s kritiek staat vandaag op de voorpagina van de Volkskrant. ‘Cannabisbeleid gaat over volksgezondheid, net als alcoholbeleid’, aldus Depla. ‘Van Rijn laat je toch eens horen.’ Dat Van Rijn zo onzichtbaar is in het debat ‘verbaast en irriteert’ Depla. Een paar citaten uit het interview:

“Nu zijn de coffeeshops afhankelijk van de levering door criminelen. Dat kan niemand goed vinden.”

“Ik ben niet pro-cannabis. Maar wel voor het gedoogbeleid dat de markten van soft- en harddrugs scheidt. Het beleid is nu halfslachtig en moet vervolmaakt worden. Wat mij stoort is dat Opstelten geen enkele oplossing aandraagt. Hij maakt er een ideologische strijd van, verschuilt zich achter internationale verdragen en houdt intussen een onlogisch, hypocriet systeem in stand. De minister bromt alleen maar: boeven vangen. Terwijl het huidige systeem juist bestaat bij de gratie van boeven.”

Martin van Rijn (PvdA), staatssecretaris VWS (Foto: Wikimedia)
Martin van Rijn (PvdA), staatssecretaris VWS (Foto: Wikimedia)

“Genoeg is genoeg. Niet de minister bepaalt wat wel en niet mag in dit land. Laat een onafhankelijke rechter daar maar eens over beslissen.”

“Cannabisbeleid gaat over volksgezondheid, net als alcoholbeleid. Van Rijn, laat je toch eens horen. Gereguleerde wiet is beter voor de volksgezondheid.”

“Het is een illusie om te denken dat er minder geblowd wordt als er geen coffeeshops meer zijn. In het buitenland zijn geen shops, maar het gebruik ligt daar niet lager. Het is niet: geen wiet of wel wiet. Het is: illegale wiet of gecontroleerde wiet.”

“Een mogelijkheid is dat een geselecteerde teler naar de rechter stapt omdat wij een vergunning weigeren. In Veendam draait een bedrijf voor medicinale wiet. In enkele Amerikaanse staten en Uruguay wordt ook al wietteelt toegestaan. Dat kunnen allemaal gronden zijn om het hier ook toe te laten.”

De eerste reactie van Van Rijn op de kritiek biedt weinig hoop. Tegen het ANP zei hij vandaag: “Ik ben het eens met Paul Depla dat cannabisbeleid ook over volksgezondheid gaat. Daarom werken mijn collega Opstelten en ik aan de invoering van een maximum THC-gehalte in cannabis. Overigens laten wij al zo’n 15 jaar het gemiddelde THC-gehalte controleren.”

Bron: Trimbos Instituut, 2014
Bron: Trimbos Instituut, 2014

Zou de staatssecretaris de thc rapporten van het Trimbos wel lezen? Daaruit blijkt namelijk dat het gemiddelde thc-gehalte in nederwiet al sinds 2004 óf daalt óf stabiel blijft. De harde cijfers: in 2004 lag het gemiddelde thc percentage in nederwiet op 20,5 en in de deze week verschenen Trimbos rapportage blijkt dat het gemiddelde percentage vorig jaar 14,6 was.

Als het thc-gehalte een goede indicatie zou zijn voor de “sterkte” van wiet, dan is nederwiet sinds 2004 dus aanzienlijk minder sterk geworden. Maar alleen het thc-gehalte zegt weinig over het uiteindelijke effect. Thc is slechts één van de honderd verschillende cannabinoïden die in cannabis zijn aangetoond. Hun onderlinge samenhang bepaalt het effect. De rol van cbd (cannabidiol) speelt een tot voor kort onderschatte rol; te weinig cbd blijkt minstens zo belangrijk voor het effect dan “veel” thc.

Een aantal cannabinoïden en hun specifieke werkzaamheid en effect (klik voor grote versie)
Een aantal cannabinoïden en hun specifieke werkzaamheid en effect (klik voor grote versie)

Zolang elke vorm van cannabisteelt verboden blijft, is het niets meer dan symboolpolitiek om enige wettelijke eis te stellen aan één of meer werkzame stoffen. Het is coffeeshops niet alleen verboden hun cannabis bij een erkend laboratorium aan te bieden, het is voor dat laboratorium ook verboden om deze cannabis te testen.

Van Rijn heeft in debat met de Kamer al eens laten zien dat hij weinig geeft om de gezondheid van de naar schatting één miljoen Nederlanders die weleens een jointje roken. Op 19 februari 2014, bij het Algemeen Overleg coffeeshopbeleid in de Tweede Kamer, verklaarde hij klip en klaar dat de paar duizend mensen die medicinale cannabis kopen in de apotheek uiteraard goed en gecontroleerd spul moeten krijgen. Maar gecontroleerde cannabis voor de consument: dat is een beetje gek, vindt Van Rijn.

Beeld: VOC
Beeld: VOC

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66): Ik wil hier toch nog even op doorgaan. Het verbaast mij namelijk om uit de mond van de Staatssecretaris van Volksgezondheid vooral woorden te horen over toenemende criminaliteit, terwijl het met name gaat om de kwaliteit van de cannabis, door het vergroten van het toezicht daarop. Ik noem het gegeven dat je een bijsluiter kunt bijvoegen, omdat je weet waar het vandaan komt, zodat de consument kan zien wat erin zit. Dat is toch pure gezondheidswinst? En dat kan toch alleen maar als de markt gereguleerd is en wanneer de aanvoer bekend is? Coffeeshophouders hebben er alle belang bij dat ze aanvoer krijgen vanuit het niet-criminele circuit. Dus zullen ze altijd kiezen voor cannabis die onder toezicht is geteeld.
Staatssecretaris Van Rijn: Die redenering kan tot merkwaardige conclusies leiden. Het betekent namelijk dat alles wat verboden is, waarmee we moeten uitkijken, maar moet worden gereguleerd. Dat is natuurlijk ook een beetje gek. Dat betekent namelijk dat we dat op alle soorten drugs moeten gaan toepassen, terwijl we daarbij wel wat bedenkingen hebben. Vanuit de volksgezondheid geredeneerd ben je bij handhaving van het huidige gedoogbeleid beter in staat om te vermijden dat men daaraan begint, door ervoor te zorgen dat daar een zekere rem op zit. Waar je het moet reguleren, namelijk bij gebruik door patiënten, moet het juist wel goed geregeld zijn. Anders zou je alle drugs, dus ook harddrugs, op kwaliteit moeten gaan controleren om te zorgen dat het beter gebruikt wordt. Dat lijkt mij toch een merkwaardige redenering.
Mevrouw Berndsen-Jansen (D66): “Ik wil hier toch nog even op doorgaan. Het verbaast mij namelijk om uit de mond van de Staatssecretaris van Volksgezondheid vooral woorden te horen over toenemende criminaliteit, terwijl het met name gaat om de kwaliteit van de cannabis, door het vergroten van het toezicht daarop. Ik noem het gegeven dat je een bijsluiter kunt bijvoegen, omdat je weet waar het vandaan komt, zodat de consument kan zien wat erin zit. Dat is toch pure gezondheidswinst? En dat kan toch alleen maar als de markt gereguleerd is en wanneer de aanvoer bekend is? Coffeeshophouders hebben er alle belang bij dat ze aanvoer krijgen vanuit het niet-criminele circuit. Dus zullen ze altijd kiezen voor cannabis die onder toezicht is geteeld.”

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66): “Ik wil hier toch nog even op doorgaan. Het verbaast mij namelijk om uit de mond van de Staatssecretaris van Volksgezondheid vooral woorden te horen over toenemende criminaliteit, terwijl het met name gaat om de kwaliteit van de cannabis, door het vergroten van het toezicht daarop. Ik noem het gegeven dat je een bijsluiter kunt bijvoegen, omdat je weet waar het vandaan komt, zodat de consument kan zien wat erin zit. Dat is toch pure gezondheidswinst? En dat kan toch alleen maar als de markt gereguleerd is en wanneer de aanvoer bekend is? Coffeeshophouders hebben er alle belang bij dat ze aanvoer krijgen vanuit het niet-criminele circuit. Dus zullen ze altijd kiezen voor cannabis die onder toezicht is geteeld.”

Staatssecretaris Van Rijn: “Die redenering kan tot merkwaardige conclusies leiden. Het betekent namelijk dat alles wat verboden is, waarmee we moeten uitkijken, maar moet worden gereguleerd. Dat is natuurlijk ook een beetje gek. Dat betekent namelijk dat we dat op alle soorten drugs moeten gaan toepassen, terwijl we daarbij wel wat bedenkingen hebben. Vanuit de volksgezondheid geredeneerd ben je bij handhaving van het huidige gedoogbeleid beter in staat om te vermijden dat men daaraan begint, door ervoor te zorgen dat daar een zekere rem op zit. Waar je het moet reguleren, namelijk bij gebruik door patiënten, moet het juist wel goed geregeld zijn. Anders zou je alle drugs, dus ook harddrugs, op kwaliteit moeten gaan controleren om te zorgen dat het beter gebruikt wordt. Dat lijkt mij toch een merkwaardige redenering.”

Stel dat de staatssecretaris zoveel minachting en desinteresse zou tonen voor de gezondheid van om het even welke andere groep van een miljoen Nederlanders. De Kamer en de media zouden op hun achterste benen staan. Maar ja, het gaat over cannabis. En zoals het weekblad The Economist al in 1992 constateerde: “Medicines often produce side effects. Sometimes they are physically unpleasant. Cannabis too has discomforting side effects, but these are not physical, they are political.”

Zie ook: Depla eist actie kabinet over wiet, NOS Nieuws, 7 juli 2014

Zie ook: De feiten over thc en andere werkzame stoffen in cannabis, VOC brochure, 2013

STEUN HET VOC
IN DE STRIJD
VOOR FATSOENLIJK
CANNABISBELEID

    Leave Your Comment

    Your email address will not be published.*