André Beckers over RvS-uitspraak wietpas: hoe nu verder?

In plaats van duidelijkheid heeft het vonnis van de Raad van State in de zaak Josemans vooral veel verwarring opgeleverd. Krantenkoppen waren letterlijk tegenovergesteld. In een uitgebreide analyse geeft André Beckers, advocaat van Josemans, wel duidelijkheid over de betekenis van het vonnis. “Van een gelopen race is zeker geen sprake.”

André Beckers voor coffeeshop Easy Going in Maastricht
André Beckers voor coffeeshop Easy Going in Maastricht

In zijn zeven pagina’s tellende analyse geeft Beckers antwoord op vragen die sinds afgelopen woensdag leven bij coffeeshopondernemers, cannabisconsumenten en bezorgde burgers. Zoals: hoe nu verder? Is de Grondwet van toepassing bij de handel in cannabisproducten? Kan in de Aanwijzing Opiumwet de AHOHG-criteria worden aangevuld met een I(ingezetenen)criterium?

Klik hier voor het hele artikel in PDF-formaat

Beckers besteedt aandacht aan de zogenaamde prejudiciële vragen van de Raad van State aan de Europese rechter en het vonnis van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 16 december vorig jaar.

Ludiek protest tegen de wietpas tijdens Cannabis Bevrijdingsdag 2011: Ivo Op-stelten vraagt een bezoeker naar haar pas (© Gonzo media)
Ludiek protest tegen de wietpas tijdens Cannabis Bevrijdingsdag (© Gonzo media)

Dat vonnis is niet gebaseerd op feiten, maar op ficties. Beckers: “Zonder ook maar enige feitelijke onderbouwing wordt de complete drugsoverlast toegeschreven aan de buitenlandse bezoekers van de Maastrichtse coffeeshops.” Nog ernstiger zijn de feitelijke fouten in de overweging van het Hof over de alternatieve maatregelen die Maastricht genomen zou hebben om overlast te bestrijden. Citaat uit het vonnis van het Hof:

“aangaande de mogelijkheid tot vaststelling van maatregelen die het vrij verrichten van diensten minder beperken, blijkt uit het dossier dat in de gemeenten met een gedoogbeleid ten aanzien van de coffeeshops verschillende maatregelen ter bestrijding van het drugstoerisme en de daarmee gepaard gaande overlast zijn ingevoerd, zoals de beperking van het aantal coffeeshops of van de openingstijden daarvan, de invoering van een pasjessysteem waarmee klanten toegang tot de coffeeshops kunnen krijgen, of de beperking van de hoeveelheid cannabis die per persoon kan worden gekocht. Volgens de Burgemeester van Maastricht en de Nederlandse regering verstrekte informatie zijn deze maatregelen echter met betrekking tot het nagestreefde doel onvoldoende en inefficiënt gebleken”.

Wietpas-controle op Cannabis Bevrijdingsdag, Amsterdam, 8 mei 2011 (© Gonzo media)
Wietpas-controle op Cannabis Bevrijdingsdag, Amsterdam, 8 mei 2011 (© Gonzo media)

Beckers: “Voorgaande opsomming van het Hof gaat, ondanks het respect dat het Hof verdient, voorbij aan de werkelijkheid. In Maastricht zijn de openingstijden namelijk niet beperkt, wordt niet gewerkt met pasjes en is geen sprake van een beperking van de verkoophoeveelheid cannabis. Daar komt bij dat iedereen in Maastricht weet dat er een spreidingsplan van coffeeshops op tafel ligt waardoor de verkeersoverlast in het historische centrum naar verwachting kan worden geminimaliseerd. Met andere woorden: het is niet noodzakelijk gebleken om in Maastricht te discrimineren!

Uitgaande van ficties oordeelde het Hof dat in die (veronderstelde!) omstandigheden moet worden vastgesteld dat de bewuste APV van Maastricht geschikt is om de verwezenlijking van het doel van bestrijding van het drugstoerisme en de daarmee gepaard gaande overlast te waarborgen, en niet verder gaat dan voor het bereiken daarvan noodzakelijk is.

Op basis van naar mijn mening aantoonbaar onjuiste feiten oordeelde het Hof dat het gerechtvaardigd is om te discrimineren. Het doel om het drugstoerisme en de daarmee gepaard gaande overlast tegen te gaan wordt gezien als een rechtvaardigingsgrond. Andere middelen zouden niet voorhanden zijn.

Campagne-materiaal van de Maastrichtse wietpas
Campagne-materiaal van de Maastrichtse wietpas

De Afdeling heeft in rechtsoverweging 2.7 mijn kritiek op de uitspraak van het Hof onder woorden gebracht. Inhoudelijk is niet op de kritiek ingegaan, omdat de Afdeling zich op grond van vaste rechtspraak gebonden acht aan de uitspraak van het Hof. Degene die mij vraagt hoe het mogelijk is dat in een dergelijke principiële uitspraak een redenering kan worden opgebouwd op evident onjuiste feiten moet ik het antwoord helaas schuldig blijven.”

Op de vraag of nu een wietpas kan worden ingevoerd, antwoordt Beckers: “Het ministerie van justitie zal hierover nog eens goed moeten gaan nadenken. Hierbij moet worden bedacht dat een wietpas waarschijnlijk al gauw als een doorkruising van de Opiumwet zal worden aangemerkt.

Beeld: Gnoe (www.gnoe.nu)
Beeld: Gnoe (www.gnoe.nu)

Als je in de Opiumwet ieder handelen met een verdovend middel in beginsel verbiedt, rijst al snel de vraag wie dan bevoegd kan worden geacht een wietpas af te geven. Een wietpas is namelijk een verdere vorm van regulering. De cannabisconsument krijgt een pas in handen die hem of haar als het ware het recht verleent cannabis aan te kopen in een coffeeshop. Als de burgemeester dat soort wietpassen gaat afgeven, zal wellicht met succes kunnen worden betoogd dat deze daartoe niet bevoegd is.

Als de wietpas alleen aan Nederlandse consumenten mag worden afgegeven is sprake van discriminatie. Of die discriminatie geoorloofd is, zal van geval tot geval moeten worden onderzocht. Een simpele verwijzing naar de uitspraak in Maastricht is daarvoor onvoldoende. De situatie in Maastricht zegt immers niets over bijvoorbeeld de situatie in Amsterdam. Er zal sprake moeten zijn van lokaal maatwerk.”

TelegraafWietpas26022011Nog een belangrijke kanttekening plaatst Beckers bij de onderzoeken die in diverse gemeenten worden gedaan naar ‘drugsoverlast’. “Coffeeshophouders dienen dit soort onderzoeken kritisch tegen het licht te (laten) houden. Sommige wetenschappelijke onderzoekers lijken iedere vorm van drugsoverlast toe te schrijven aan de aanwezigheid van coffeeshops.

De wetenschappers dr. Ben Rovers en prof. dr. Cyrille Fijnaut hebben een meetinstrument voor gemeentelijke drugsoverlast ontwikkeld. Mooi, daarmee kan bepaalde overlast en de mate daarvan dus objectief en wetenschappelijk verantwoord worden vastgesteld? Neen, dat niet! Beide wetenschappers erkennen namelijk ronduit dat het meten van drugsoverlast geen hogere wiskunde is. Zij kiezen in hun meetmethode voor een meetinstrument dat drugsoverlast “in de breedte meet”. Dat betekent naar mijn bescheiden mening dat de verschillende vormen van overlast op een grote hoop worden gegooid. Voor een rechter die werkt met ficties is dat voldoende, maar de rechter die aan het vaststellen van feiten hecht zal hier moeilijk mee uit de voeten kunnen.”

Tenslotte rijst de vraag of er nog mogelijkheden zijn om door te procederen om de wietpas tegen te houden. Beckers: “Ja, gelukkig wel! Indien het coffeeshopbeleid in de Aanwijzing Opiumwet en/of op lokaal niveauw wordt aangepast, zal dit op enig moment ook moeten worden gehandhaafd. Dat kan langs strafrechtelijke – en/of langs bestuursrechtelijke weg. In beide gevallen kan door de coffeeshophouder gemotiveerd verweer worden gevoerd en een beroep op de onafhankelijke rechter worden gedaan. Van een gelopen race is hierbij zeker geen sprake. In iedere zaak zal de rechter zich immers dienen te baseren op de feiten die hem ter beoordeling zullen worden voorgelegd. Andere feiten kunnen leiden tot andere uitspraken. Kortom, er ligt hier weer een nieuwe uitdaging voor alle betrokkenen.”

Klik hier voor het hele artikel in PDF-formaat

    Leave Your Comment

    Your email address will not be published.*