André Beckers: Coffeeshops, vorm één front tegen de wietpas!

In een analyse van de recente Easy Going uitspraak roept advocaat André Beckers coffeeshops op één front te vormen tegen de wietpas. “Als de coffeeshophouders in Zeeland, Brabant en Limburg samen één front vormen, staan ze veel sterker. Dan zou ook onder de grote rivieren een snel einde komen aan de wietpas.”

COFFEESHOPHOUDERS, VORM ÉÉN FRONT TEGEN DE WIETPAS!

door André Beckers

André Beckers staat de pers te woord voor de Maastrichtse rechtbank, december 2012 (© Gonzo media)
André Beckers staat de pers te woord voor de Maastrichtse rechtbank, december 2012 (© Gonzo media)

Laat ik met de deur in huis vallen. Naar mijn mening moeten de coffeeshophouders in de strijd tegen de wietpas samen één front vormen. De uitspraak van 25 april jl. van rechtbank te Maastricht geeft daar naar mijn mening alle aanleiding toe.

De recente uitspraak volgde in de zaak die door de coffeeshophouders in Maastricht is uitgelokt [1].  Onder toeziend oog van de pers werden een jaar geleden in coffeeshop Easy Going te Maastricht cannabisproducten verkocht aan buitenlanders. Burgemeester Hoes trad daartegen op door de coffeeshop voor bepaalde tijd te sluiten. Tegen dat besluit werd bezwaar en daarna beroep ingesteld. Vorige week volgde dan eindelijk de verlossende uitspraak. Burgemeester Hoes had Easy Going niet mogen sluiten!

De rechtbank Limburg toetste in beroep het gemeentelijk coffeeshopbeleid [2] aan artikel 1 van het Twaalfde Protocol van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Artikel 1 van het 12de Protocol EVRM luidt als volgt:

1. Het genot van elk in de wet neergelegd recht moet worden verzekerd zonder enige discriminatie op welke grond ook, zoals geslacht, ras, kleur, taal, godsdienst, politieke of andere mening, nationale of maatschappelijke afkomst, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte of andere status.
2. niemand mag worden gediscrimineerd door enig openbaar gezag op met name, een van de in het eerste lid vermelde gronden.

Onno Hoes (VVD), burgemeester van Maastricht (Foto: Wikimedia)
Onno Hoes (VVD), burgemeester van Maastricht (Foto: Wikimedia)

De rechtbank concentreerde zich op de proportionaliteit van het ingezetenen criterium en kwam tot de conclusie dat de Maastrichtse burgemeester de sluiting van de coffeeshop niet voldoende had gemotiveerd. Naar het oordeel van de rechtbank dient de burgemeester te motiveren waarom een minder vergaande maatregel (dan het i-criterium) niet mogelijk zou zijn.

Dat is heldere taal, die ertoe leidt dat de uitkomst van een dergelijke toetsing per gemeente zeer verschillend kan zijn. Deze boodschap gaf de rechtbank de praktijk alvast mee.

Wat betekent deze uitspraak voor de coffeeshophouders in het zuiden van Nederland? Ik zou zeggen veel.

Op welke gronden kunnen de burgemeesters in Zuid-Nederland het indirecte onderscheid op basis van nationaliteit nog langer rechtvaardigen? Zelfs in Maastricht, waar jarenlang sprake was van massaal coffeeshoptoerisme, is niet aangetoond dat de noodzaak tot discriminatie bestaat. Hoe zit dat dan in de rest van het land?

De discriminatie die met het ingezetenen criterium gepaard gaat heeft overlast veroorzaakt. De straathandel floreert in het zuiden. De stroom misdaadgelden droogt door de maatregel niet op, maar zwelt aan. Het ingezetenen criterium heeft de criminaliteit per saldo vergroot.

Banner van de campagne 'Limburg trekt zijn grens' uit 2009, het begin van het 'wietpas' fiasco (© Gonzo media)
Banner van de campagne 'Limburg trekt z'n grens' uit 2009, het begin van het 'wietpas' fiasco (© Gonzo media)

De buitenlanders die blijven kiezen voor het bezoek aan een gedoogde coffeeshop zijn boven de grote rivieren nog steeds welkom. De achterdeur van de Nederlandse coffeeshops is niet minder omvangrijk dan voor invoering van het gewijzigde gedoogcriterium. Zo beschouwd is toepassing van het ingezetenen criterium disproportioneel en daarmee in strijd met het recht.

De stelling dat de burgemeester nu eenmaal tot handhaven verplicht is, omdat de landelijk geldende Aanwijzing Opiumwet dit nu eenmaal voorschrijft gaat niet meer op. Burgemeester Bruls van Nijmegen liet zich eerst de wet voorschrijven door het Openbaar ministerie, maar koos na korte tijd van handhaven in het belang van de openbare orde voor een andere koers. Duitsers zijn in Nijmegen opnieuw welkom in de coffeeshops. De burgemeester van Doetinchem deed hetzelfde.

Burgemeesters die het ingezetenen criterium niet langer willen handhaven, kunnen verwijzen naar de uitspraak van de rechtbank te Breda [3] van 17 januari 2013. Ik citeer:

De rechtbank wil benadrukken dat de burgemeester op basis van artikel 13b van de Opiumwet een zelfstandige bevoegdheid heeft om handhavend op te treden en daarmee om beleid vast te stellen. Ten onrechte wekt de burgemeester in de onderbouwing van de wijziging van zijn beleid dan ook de indruk dat hij gehouden zou zijn om het in de Aanwijzing Opiumwet neergelegde Beslotenclubcriterium en Ingezetenencriterium over te nemen.

"Dutch Coffeeshop Tourist Tolerance Map" (© Coffeeshopnews.nl)
"Dutch Coffeeshop Tourist Tolerance Map" (© Coffeeshopnews.nl)

Bovendien moeten we vaststellen dat in het grootste deel van het land de Aanwijzing Opiumwet als een papieren tijger fungeert. In grenssteden zoals Nijmegen, Winterswijk, Ulft, Doetinchem en Enschede zijn de buitenlanders nog steeds welkom. Dat terwijl ook daar sprake is van grensverkeer zoals we dit in het zuiden kennen. Het Openbaar Ministerie legt zich in die steden neer bij de beleidskeuzen van de burgemeesters.

De grote steden lieten van meet af aan al duidelijk weten geen buitenlanders te zullen weren. Wat doet het Openbaar Ministerie daartegen? Helemaal niets! Kortom, de burgemeesters bepalen in de praktijk of er al dan niet moet worden gehandhaafd.

Nergens worden coffeeshophouders voor de strafrechter gedaagd vanwege de verkoop van cannabis aan buitenlanders. Burgemeesters kunnen met deze wetenschap niet meer met droge ogen beweren dat zij een plicht tot handhaven hebben. Leaf-fist

In Limburg hebben de burgemeesters samen één front gevormd. Geen enkele gemeente durft het als eenling aan buitenlanders weer toe te staan. Men vreest dan te worden overspoeld. Op een eenvoudige manier kan deze vrees door de coffeeshophouders worden weggenomen. Hoe? Door samen één front te vormen en allemaal weer de deuren te openen voor buitenlanders. Terug naar de situatie zoals deze was voor 1 mei 2012.

Zijn daar risico’s aan verbonden? Ja, zeker! De burgemeester kan zijn tanden laten zien en handhaven in de vorm van een tijdelijke sluiting van de coffeeshop die de regels overtreedt.

De burgemeester die daarvoor kiest, moet zich bewust zijn van de hoge eisen die de rechter in Maastricht aan zijn besluit stelt. Dat gegeven leidt ertoe, dat de burgemeester die handhaving overweegt daarover goed moet nadenken [4].

Als de coffeeshophouders in Zeeland, Brabant en Limburg samen één front vormen, staan ze veel sterker. Dan zou ook onder de grote rivieren een snel einde komen aan de wietpas.

André Beckers
Advocaat te Sittard

Noten:
1: www.rechtspraak.nl : LJN: BZ8548, Rechtbank Maastricht , AWB 12/1516
2: Dit is het op art. 13b van de Opiumwet gebaseerde Damoclesbeleid.
3: LJN: BY8753, Rechtbank Breda , 12/4648.
4: De rechtbank Maastricht dacht zo’n 20 weken na over de uitspraak!

    Leave Your Comment

    Your email address will not be published.*