Johan van Laarhoven vanuit Thaise cel over wetsvoorstel coffeeshopketen: lees de hele brief

Het wetsvoorstel van D66 om de aanvoer van de coffeeshops te reguleren heeft al veel reacties opgeleverd, van zowel voor- als tegenstanders. Deze week bleek dat Johan van Laarhoven, de oprichter van The Grass Company coffeeshops die in Thailand een celstraf van 103 jaar heeft gekregen, het wetsvoorstel heeft bestudeerd in zijn cel. Met de hand schreef hij acht bladzijden met kanttekeningen en opbouwende kritiek. 

Johan van Laarhoven voor zijn veroordeling en na twee jaar cel (Beeld: JusticeforJohan.nl)
Johan van Laarhoven voor zijn veroordeling en na twee jaar cel (Beeld: JusticeforJohan.nl)

Met toestemming van Johan’s broer Frans van Laarhoven publiceren we dit bijzondere document integraal op de VOC website, als bijdrage aan de discussie over hoe regulering van cannabis vorm zou moeten krijgen in Nederland.
Bij de opmerkingen per artikel staan naast de tekst van Johan de relevante artikelen uit de ‘Wet gesloten coffeeshopketen’. Deze zijn afkomstig van de versie die na het advies van de Raad van State is gepubliceerd op Overheid.nl, op 23 september 2016.

Bij deze mijn kanttekeningen betreffende het D66 wetsvoorstel regulering wietteelt.

Eerste pagina van de acht pagina's tellende brief van Johan van Laarhoven
Eerste pagina van de acht pagina’s tellende brief van Johan van Laarhoven

Het doel van de wet: het creëren van een volledig gesloten en belastingplichtige coffeeshop keten, de wietteelt en aanvoer naar coffeeshops te decriminaliseren en de rechtszekerheid voor coffeeshophouders te vergroten.

Een prachtig initiatief, alleen onbegrijpelijk dat het een wetsvoorstel betreft dat 100% betrekking heeft op de coffeeshop branche, maar dat niemand er aan gedacht heeft om de 40 jarige ervaring van deze branche of de wensen van de cannabis consument te betrekken bij de ontwikkeling van dit wetsvoorstel.

Dit is een gemiste kans waardoor cruciale factoren over het hoofd zijn gezien. Zoals dat in de 40 jarige geschiedenis van het gedoogbeleid er een geheel eigen coffeeshop cultuur is ontstaan. Door deze coffeeshop cultuur niet te betrekken in het wetsvoorstel, gaat men onterecht voorbij aan het bestaansrecht van de coffeeshop en aan de sociaal-maatschappelijke functie van de coffeeshop waar jong en oud en vele uiteenlopende culturen in harmonie integreren en waar een duidelijke scheidingslijn is tussen hard en soft drugs.

Elk wetsvoorstel met betrekking tot cannabis en coffeeshops waarin voorbij wordt gegaan aan de coffeeshop cultuur en de sociaal culturele functie van de coffeeshop, is dan ook gedoemd om te mislukken.

Als ik het D66 wetsvoorstel juist interpreteer dan wordt daarin aangestuurd op een aantal mega kwekerijen, die alleen volgens de wensen van de overheid, de Nederlandse coffeeshop branche van cannabis producten moet gaan voorzien, waarbij de rol, wensen en identiteit van de coffeeshop van ondergeschikt belang zijn en waarbij men verwacht dat de consument dit zomaar zal accepteren.

In de praktijk zal dit nooit gaan werken, met name de omvang van zulke bedrijven zou enorm zijn. Waardoor deze oncontroleerbare wietfabrieken zullen worden, waar kwaliteit en diversiteit van ondergeschikt belang zullen zijn. Dit hoewel de branche nu juist vraagt om een grote diversiteit aan hasj en wiet producten.

Daarnaast zijn coffeeshops ondanks de vaak irreële en steeds weer aangescherpte negatieve overheidsbeperkingen in hun 40 jarig bestaan uitgegroeid tot een volwaardige op zich zelf staande horecatak, die net als reguliere horeca bedrijven ieder een eigen identiteit nastreven die wordt bepaald door inrichting, sfeer en in grote mate door het assortiment van de gevoerde cannabis producten.

Om deze voor de coffeeshop noodzakelijke identiteit te waarborgen is het noodzakelijk dat iedere coffeeshop zijn eigen cannabis producten kan kweken en/of vervaardigen. Dit is eenvoudig te verwezenlijken door elke cannabis exploitant een eigen kweekvergunning te geven. Deze heeft dan de keuze om zelf een kwekerij te exploiteren of om te gaan werken met een aan hem gelieerde kweker.

Als coffeeshops zoals dit wetsvoorstel doet vermoeden omgevormd moeten worden tot identiteitsloze door de overheid gedoogde en gecontroleerde cannabis distributie centra, waar alleen maar beperkte soorten eenheidswiet verkocht gaan worden van inferieure kwaliteit, dan zal dit onherroepelijk leiden tot de ondergang van de coffeeshop en de daarmee gepaard gaande coffeeshop cultuur.

Dit kan nooit de bedoeling van het wetsvoorstel zijn, want het gevolg daarvan zou zijn, dat net als met de invoering van Opstelten zijn mislukte besloten club systeem, de consument in grote getale zijn toevlucht zal zoeken op de illegale markt, wat het einde zal betekenen van de beoogde scheiding tussen de hard en soft drugs markt.

Hierna volgen mijn opmerkingen per artikel onderdeel.

Artikel 6a (klik voor grote versie)
Artikel 6a (klik voor grote versie)

Artikel 6a
Het is belangrijk om een eensluidend landelijk beleid te creëren waarin iedereen dezelfde rechten en plichten heeft, daarom moet het beleid niet per gemeente worden vastgesteld maar door de nationale overheid.
3bc. Daar er voor coffeeshops een leeftijdgrens van 18 jaar geldt is deze regel onzinnig en overbodig. Om coffeeshops en cannabis net als cafés en alcohol een maatschappelijk geaccepteerd onderdeel van onze samenleving te laten zijn is het van belang dat beide dezelfde maatschappelijke status hebben. Uit velerlei onderzoek is gebleken dat alcohol een veel schadelijker en verslavend product is dan cannabis. Uit onderzoek van het RIVM uit 2009 blijkt dat op de lijst van schadelijke drugs cannabis op nummer 12 staat. Ver achter tabak 4, alcohol 3 en heroïne 1. Het is dan ook niet te rechtvaardigen om coffeeshops aan veel strengere regels te binden dan cafés.

Voor een eensluidend landelijk horecabeleid is het veel beter om zowel cafés als coffeeshops qua vergunning en openingstijden aan dezelfde regels te verbinden.

Artikel 6b (klik voor grote versie)
Artikel 6b (klik voor grote versie)

Artikel 6b
1. Ook voor dit artikel zouden dezelfde regels moeten gelden als voor de reguliere horeca.
2. Dit is onduidelijk, geldt voor iedereen die werkzaam is in de coffeeshop, alleen voor managers of alleen voor de eigenaar? En wat als de exploitatie in BV vorm wordt gedaan?
3. Hiermee wordt de exploitant onnodige restricties opgelegd. De burgemeester heeft geen kennis betreffende een goede bedrijfsvoering van een coffeeshop, dus kan hij ook niet bepalen hoeveel voorraad er nodig is voor een goede exploitatie. Ook zijn er allerlei omstandigheden die om een andere voorraad kunnen vragen, zoals concerten, weekends en feestdagen.

Het is ook niet aan de burgemeester om bewaarplaatsen aan te wijzen voor het bewaren van de handelsvoorraad. Het is de exploitant die de burgemeester goedkeuring vraagt voor een beoogde bewaarplaats en/of verwerkingsruimte.

4b. Naast een bewaarplaats heeft een coffeeshop ook een verpakkings- en verwerkingsruimte nodig, waar het eindproduct wordt klaar gemaakt voor verkoop aan de consument. U moet dan denken aan het verpakken van de hasj en wiet in consumentvriendelijke verpakkingen (met barcode), het maken van joints en voor de niet rokers koekjes, cake, lolly’s etc.
4c. Hier is het weer onduidelijk welke personen op het besluit vermeld moeten worden. Het zou beter zijn om een vervoersvergunning af te geven die de vervoerder bij zich dient te hebben als jij cannabis vervoert.
4e. Coffeeshops zouden alleen alcoholhoudende dranken aanwezig mogen hebben voor het bereiden van gerechten.
4g. Dit is onzin, een teler is geen verpakker. Een teler zou aan de coffeeshops moeten verkopen in verpakkingen van 500 gram, waarna de coffeeshop verpakt in consumenten verpakkingen van verschillende volumes en andere producten maakt zoals joints etc.
4i. Hier moet meer duidelijkheid in komen. Hoeveel maanden omzet mag je op voorraad hebben?

5. Dit wetsvoorstel is onder meer bedoeld ter bevordering van de rechtszekerheid van de coffeeshop exploitant. Maar deze wordt niet bevorderd als een exploitant is overgeleverd aan de grilligheid van een desbetreffende burgemeester. De landelijke politiek moet met eenduidige landelijke regelgeving komen.

d66-wetsvoorstel_artikel_6c
Artikel 6c (klik voor grote versie)

Artikel 6c
1. Dit is totaal onacceptabel en ondermijnt de rechtszekerheid van een coffeeshop op een onaanvaardbare manier. Net als elk ander regulier horecabedrijf dient een coffeeshop, net als nu al overigens, een vergunning voor onbepaalde tijd te krijgen. Als een coffeeshop de voorschriften overtreedt, dan heeft de burgemeester het recht om de vergunning in te rekken en dan is het aan de rechter om te oordelen of de burgemeester gerechtigd is om dit te doen. Dit is waanzin, hoe kan de overheid verwachten dat een exploitant een vermogen investeert in een bonafide coffeeshop exploitatie op basis van een tweejarige vergunning?
Zoals reeds eerder vermeld moet een coffeeshopvergunning niet afhankelijk zijn van de willekeur van een burgemeester, maar moeten er voor iedereen landelijke gelijkluidende regels komen, die in grote lijnen hetzelfde zijn als voor de reguliere horeca. Dit lid is een mes in de rug van elke coffeeshop exploitant.

Artikel 6d (klik voor grote versie)
Artikel 6d (klik voor grote versie)

Artikel 6d
1. Zoals reeds aangegeven moet een kweekvergunning afgegeven worden aan de coffeeshop en zou dit verbonden moeten zijn aan de exploitatievergunning van die coffeeshop, waardoor de controle hierover bij de burgemeester komt te liggen en niet bij de minister.
2. Daar wiet een natuurproduct is, is de opbrengst van een oogst onderhevig aan veel factoren, waarvan de minister geen kennis heeft. Dit geldt ook voor het maken van hasjiesj wat een concentraat is van wiet waardoor bij het maken hiervan veel gewicht verloren gaat. Daardoor is het niet raadzaam om zomaar beperkingen te stellen aan de hoeveelheid te kweken wiet. Immers, als de kweker niet voldoende wiet heeft zit de coffeeshop zonder handelswaar, waardoor de consument weer naar de illegale markt wordt gedreven. Het voordeel van een gesloten systeem is toch dat er best voorraad kan zijn omdat het transparant is waar de voorraad is opgeslagen en waar die naar toe gaat.
3. Dit is onduidelijk. Wordt hiermee gezegd dat de minister alleen een teeltvergunning geeft als de teler een contract heeft met een coffeeshop?
4a. Hier zouden vaste richtlijnen voor moeten komen zodat de teler op voorhand weet waaraan hij gebonden is.
4b. Om discussies te voorkomen zouden ook hiervoor op voorhand vaste richtlijnen moeten komen.
4c. Dit zorgt voor een onwerkbare situatie, het is de coffeeshop die de consumenten verpakkingen maakt en andere cannabis gerelateerde cannabis producten. Daarom verwijs ik naar wat in artikel 6b onder lid 4g is gesteld. Wiet moet door de kweker in gesealde zakken van 500 gram aangeleverd worden en hasjiesj in geperste plaatjes van 100 gram en ook verpakt in gesealde zakken van 500 gram.
4e. Zie 4c.

5. Deze regels moeten op voorhand worden opgesteld zodat voor eenieder duidelijk is waar deze zich aan moet houden. De staat zou zich niet moeten bemoeien met de hoeveelheid werkzame bestanddelen, hier is geen algemeen belang mee gediend. Het tegendeel is waar, met minder werkzame stoffen wordt de consument gedwongen meer te roken om het gewenste effect te krijgen, wat uiteindelijk schadelijker is voor de volksgezondheid. Verder wordt alcohol ook verkocht met uiteenlopende concentraties alcohol, hoewel dit maar liefst negen keer zo schadelijk is dan cannabis. Voor verpakkingen van cannabis moeten richtlijnen komen zoals met barcode en eventueel verzegeld. Verder moet het de vrijheid van de exploitant zijn om voor zijn eigen verpakking te kiezen.

Artikel 6e (klik voor grote versie)
Artikel 6e (klik voor grote versie)

Artikel 6e
Dit is een absoluut onacceptabel artikel. Met de exploitatie van een wiet kwekerij en de daaraan verbonden toekomstige regelgeving zijn hoge investeringen verbonden. Niemand kan en mag van een ondernemer verwachten dat hij hoge investeringen doet zonder duidelijk toekomstperspectief. Daarnaast is een kweekvergunning afhankelijk van een overeenkomst met een coffeeshop als afnemer en die krijgt volgens dit voorstel maar een vergunning van twee jaar. Dit wordt in de praktijk een totaal onwerkbare situatie, zowel een kweker als een coffeeshop moeten een vergunning voor onbepaalde tijd krijgen, die alleen bij overtreding van de regels wordt ingetrokken.

Artikel 8a (klik voor grote versie)
Artikel 8a (klik voor grote versie)

Artikel 8a.
3a. We praten hier al snel over 3 percelen: 1 voor het telen, 2 voor het verwerken door de coffeeshop naar consumenten verpakkingen en verdere cannabis producten, 3 de coffeeshop waar de verkoop plaats vindt. Dan moet er nog een vierde zijn want dit wetsvoorstel biedt ook de mogelijkheid voor een locatie voor het bewaren van de cannabis. Als laatste kun je niet vervoeren op een perceel dus moet er een vervoersmachtiging worden afgegeven voor het vervoer van cannabis.
3 b, c, d.
Hiervoor moeten op voorhand duidelijke richtlijnen opgesteld worden zodat eenieder op voorhand weet waaraan hij zich dient te houden.

Artikelen 8d, 8f en 8h (klik voor grote versie)
Artikelen 8d, 8f en 8h (klik voor grote versie)

Artikel 8d.
Dit is erg vaag en zorgt voor rechtsonzekerheid voor de exploitant. Beter is het om te stellen dat een vergunning zal worden ingetrokken als de exploitant zich niet houdt aan de voorschriften van de vergunning.

Artikel 8f.
Ook dit is belachelijk, je kunt toch niet van een ondernemer verwachten dat hij een vermogen investeert en dan als de overheid vindt dat de vergunning moet worden ingetrokken dat deze zijn middelen maar cadeau moet doen aan de staat zonder enige financiële vergoeding? Dit is pure kapitaalvernietiging wat in alle redelijkheid van niemand mag worden verwacht. Verder is het niet duidelijk wat met middelen wordt bedoeld, betreft het hier ook de bedrijfsinventaris van de localiteit?

Artikel 8h
Wat gaat het criterium zijn hoe er bepaald gaat worden hoeveel wiet er in Nederland geteeld mag worden voor de exploitatie van coffeeshops? De verkoop is toch een voortdurend proces en er zal toch ook een voorraad aangehouden moeten worden? Gezien het gesloten systeem is dit toch overbodig, de overheid weet waar de producten blijven dus zal de markt zichzelf reguleren.

Artikel 10 (klik voor grote versie)
Artikel 10 (klik voor grote versie)

Artikel 10
Ik weet niet wat artikel 2 onder b, c of d zegt, maar heb het gevoel dat hier de straffen verzwaard worden en vraag me af of deze verzwaring werkelijk nodig is?

Artikel 11
Zie opmerking artikel 10.

Artikel 11a
Is dit ook een verzwaring? Zou graag een kopie van artikel 10-11 en 11a hebben om hierover een juist oordeel te kunnen vormen.

Artikel 11 (klik voor grote versie)
Artikel 11 (klik voor grote versie)

Als laatste wil ik nog vermelden dat een kweker behoorlijk wat tijd nodig heeft om een kwekerij op te starten met voldoende variatie in cannabis soorten, van licht tot sterk en daarvan bijbehorende hasj producten te maken. Ik schat dat daarvoor een aanloop periode nodig is van zo´n vijf jaar.

Samenvattend zijn er erg veel kanttekeningen te zetten bij dit wetsvoorstel. Zoals ik mijn opmerkingen begon is het een gemiste kans dat de coffeeshop branche niet is betrokken bij dit wetsvoorstel.

In plaats van dat de rechtszekerheid van de coffeeshop exploitant verbeterd wordt, wordt deze juist nog verder uitgehold en is er van vrij ondernemerschap absoluut geen sprake meer. In een zichzelf respecterend democratisch land kan zo’n voorstel nooit aangenomen worden.

Mijn advies luidt dan ook dat D66 zijn huiswerk opnieuw doet en dit keer in overleg met de coffeeshop branche, zodat er een wet komt die de coffeeshop zijn respect en erkenning geeft voor zijn veertigjarige trouwe dienst.

Hoogachtend,
Johan van Laarhoven

    Leave Your Comment

    Your email address will not be published.*